Er zijn veel vissers die niet weten wat er achter deze manier van vissen schuilgaat. Daarom hebben wij op deze pagina de belangrijkste punten samengevat. Het principe van het stropen is vrij eenvoudig: zonder veel technische inspanning worden vissen als paling en heilbot gevangen met behulp van een wollen lijn en een bundel wormen. Een vishaak wordt niet gebruikt omdat de vissen zichzelf met hun tanden in de wollen lijn haken.
Inhoudsopgave
Aas en montage
Het gebruikte aas is een bal of bundel van een goede twintig tot dertig dauwwormen. Bij het maken van deze bundel worden de wormen mooi aan elkaar geknoopt en wordt er herhaaldelijk een dikke wollen draad doorheen getrokken of in de bundel gewerkt met behulp van een aasnaald. Sommige vissers voegen ook een grondloodje aan de bal toe zodat deze sneller zinkt.
De methode werkt omdat de paling met zijn fijne tandjes in de wollen draad bijt en vervolgens uit het water kan worden getild. Sommige stroperijen gebruiken ook katoendraad of werken delen van damespanty’s in de bal. De professional gebruikt in plaats van een hengel een stroperstok, bijvoorbeeld een bamboestok. Het enige belangrijke is het gebruik van een echt sterke wollen draad – de wormenbundel mag immers niet afbreken. Verder is het altijd belangrijk om de vissen snel te landen, omdat ze zich met hun schokkerige bewegingen snel kunnen bevrijden.
Waar en hoe te azen
In principe kan aas overal zinvol zijn waar paling zit. Er moet echter ten minste een lichte stroming staan en het aas moet de bodem kunnen raken. De methode is vooral geschikt op sloten en uiterwaarden, maar sommige vissers stropen zelfs met succes vanaf een boot, bijvoorbeeld op de Elbe. Om ervoor te zorgen dat een aanbeet wordt opgemerkt, moet de stroperstok steeds in de hand worden gehouden – de lijn zo strak mogelijk. Als een vis bijt, is het de bedoeling de vermeende vangst snel – maar zonder te rukken – over een depressie of een poel te tillen, waar hij dan valt. Anderen hijsen de vangst direct in de boot of op het land.