Als het erop aankomt, is het vangen van paling niet zo moeilijk. De meeste vissers die op deze vis hebben gevist, hebben succes gehad. Wel moet worden opgemerkt dat lang niet altijd grote vissen aan de haak worden geslagen. Meestal worden kleine of middelgrote vissen gevangen. Maar echt grote palingen vangen is niet eenvoudig.
Natuurlijk zijn er verschillende punten waarmee de palingvisser rekening moet houden om succes te hebben. Vooral de keuze van de montage speelt een belangrijke rol. De rovers zijn te verschalken met een vaste dobberlijn, maar ook op de bodem. Een gerichte lijnkeuze (geldt niet alleen voor de vislijn, maar ook voor de dikte van de leader) is evenzeer van belang. Het belangrijkste is echter het aas, dat echt precies op elkaar afgestemd moet zijn.
Er zijn breedkop- en puntaaltjes en twee bijpassende kunstaasjes
De keuze van het kunstaas waar het eigenlijk om gaat is niet zo groot. Veel vissers gaan ervan uit dat de worm verreweg het beste aalaas is. In principe is dat ook zo: Paling is relatief makkelijk te vangen met rode wormen of dauwwormen. Dat geldt althans voor de kleinere exemplaren. Afhankelijk van de palingsoort of het voedselaanbod in het water, specialiseren de vissen zich. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de breedbekpaling en de spitse paling.
Wanneer het voedselaanbod veel kleine visjes bevat, worden palingen echte roofdieren die graag op deze kleine visjes jagen. Dan wordt het moeilijk om een treffer met de worm te maken of de rovers te laten bijten. Als het visaanbod niet zo groot is, specialiseren de alen zich in ander voedsel, zoals slakken, rivierkreeften en zelfs wormen. Als de grote alen niet bijten, kan dit te maken hebben met het feit dat ze liever op aasvis afgaan.
De juiste presentatie van het aas
De presentatie van het aas kan op verschillende manieren. Veel vissers gebruiken de klassieke presentatie met een dobber. Een jig is vooral aan te bevelen als er dicht bij de oever wordt gevist en het aas volledig op de bodem moet worden gepresenteerd. Vissen met een dobberhengel is vooral geschikt wanneer je op aasvis vist. Het is belangrijk dat de dobber goed uitgebalanceerd is, zodat de paling zo min mogelijk weerstand voelt. Ook is het raadzaam om hoogwaardige palinghaken te gebruiken.
Gaat u daarentegen voor de worm (het hoeft overigens geen dauwworm te zijn, maar ook rode worm, mestworm en regenworm werken), dan kan deze op de dobber of op de bodem – dus op een bodemsteun – worden aangeboden. Overigens is het belangrijk om de juiste palinghaken of voor de palingvisserij geschikte haken te gebruiken, zodat de vis de haak niet meteen voelt. Het is ook gemakkelijker om ondermaatse palingen terug te zetten als dat nodig is.